Uw zoon heeft autisme

autisme

“Als ik alles bij elkaar bekijk, de verslagen en de onderzoeken, is het voor mij heel duidelijk. Uw zoon heeft een Autisme Spectrum Stoornis”, zei de kinderpsychiater.
Die conclusie kwam best even hard binnen ondanks dat ik zelf al dit vermoeden had, we zaten dan ook immers niet voor zweetvoeten bij elkaar in de kamer. Dit ging over mijn oudste zoon voor wie het leven soms zo moeilijk is. En voor mij als moeder doet het zeer om hem zo te zien worstelen.

ZWANGER!

Na een miskraam, mijzelf maandenlang injecteren met hormonen en coïtus op gezette tijden was ik dan toch eindelijk weer zwanger. Deze vrucht bleef plakken, groeide uit tot een bewegelijke baby en ik groeide gezellig ruim 20 kilo mee.

Rond de 16 weken liet de baby duidelijk zien dat het een meneer was en rond de uitgerekende datum had hij het zo naar zijn zin in mijn buik, dat hij pas ter wereld kwam na een bevalling van 3 dagen. 
Maar hij was er! Onze 1e zoon samen, mijn 1e kind. Ik had al 14 jaar met liefde de rol van stiefmoeder vervuld maar nu lag er op mijn borst een ventje wat in mijn eigen buik gegroeid was tot een baby van ruim 3600 gram.

DIRECTEURTJE

Onze zoon was wat je noemt een makkelijke baby.
Hij regelde op de regeldagen, sprong wanneer er volgens “Oei ik groei” gesprongen moest worden en hij kreeg al heel snel de bijnaam Directeurtje.
Waar ieder moeder haar baby rond de 6 weken met de eerste Big Smile vastlegde op de foto, wilde die van mij maar niet lachen. “Hij is zo lekker serieus”, zei men dan.
Het Directeurtje nam alles uit zijn omgeving in zich op, observeerde alles en kon zich uren vermaken met enkel een blokje.

EVEN SLIKKEN

Toen hij 6 maanden oud was, raakte ik onverwacht weer in verwachting. Door de totaal níét spontane zwangerschap van onze zoon hadden wij nooit verwacht dat ik op natuurlijke manier zwanger kon raken. Maar de wonderen waren de wereld nog niet uit, ik was in verwachting  van een tweeling!
Oeps, dat was even slikken, 3 baby’s in iets meer dan een jaar. Hoe gaan we dit doen? Ondanks dat we geschrokken waren en beren op de weg zagen, waren deze baby’s meer dan welkom.

Helaas verliep deze zwangerschap niet  goed en belandde ik toen ik 20 weken zwanger was in het ziekenhuis omdat mijn vliezen gebroken waren.
Onze dochters zijn met ruim 24 weken geboren en overleden.

Voor onze zoon van toen 10 maanden betekende het dat hij van 24/ 7 bij mama en veel aan de borst, over moest gaan naar mama in het ziekenhuis, flesvoeding en papa die voor hem zorgde. Ik ben altijd bang  geweest dat hier een hechtingsprobleem is ontstaan.
Maar dreumes ontwikkelde zich verder prima via het boekje. Wel was hij wat stil en stug en ook liep later dan de gemiddelde dreumes.  Dat stille werd op een gegeven moment wel een zorgenpuntje.  Want het directeurtje sprak niet, maar dan ook gewoon echt niet!
Waar zijn leeftijdgenootjes al volzinnen spraken van  wel 3 woorden, kon hij net aan een soort van papa en mama zeggen .
Maar goed, ieder kind ontwikkelt zich op zijn eigen manier en als hij 20 is zal niemand hem vragen hoe oud hij was toen hij goed begon te praten.

EEN BROERTJE

Toen hij net 2 jaar was, breidde ons gezin zich uit met nog een zoon. Voor een peuter van 2 is dat natuurlijk een behoorlijke inbreuk op zijn leventje zeker aangezien zijn broertje een huilbaby was, zo’n échte die ook liefst 24 uur per dag gedragen wilde worden.  Met de baby ben ik een week ter observatie in het ziekenhuis geweest om te kijken waar het huilgedrag vandaan kwam. De baby bleek reflux en een hoge spierspanning te hebben.  Ik voelde mij schuldig tegenover mijn oudste zoon want ik was wéér een week weg van hem.

Ze zeggen wel eens “Twee is Nee” en mijn peuter die niet goed sprak, kon dit woordje wel heel goed uitspreken. Maar ook kwamen toen hij 2 jaar was de agressieve buien. En dan heb ik het niet over peuterdriften, maar over pure razernij.  Gooien met spullen, slaan, schreeuwen en bijten. Hoe wij hem ook corrigeerde, het leek niet bij hem binnen te komen.

PEUTERSPEELZAAL

Toen hij  2.5 jaar was, mocht hij naar de peuterspeelzaal. Onze zoon kreeg nu de ruimte om te spelen met leeftijdsgenootje in een voor hem veilige omgeving. Het was een kleine Peuterspeelzaal met zijn lieve buurvrouw als zijn juf.

Praten deed hij overigens  al iets meer alleen niemand begreep hem want hij had zijn eigen woordjes verzonnen. Je moet ook maar net weten dat een “Hanja” een  vrachtwagen was, “Bia” een bus en hij met “Poepa en Ham” opa en oma bedoelde. 

Samen spelen met leeftijdgenootjes was leuk bedacht maar bleek in de praktijk toch niet zo goed te werken. Hij was het liefst op zichzelf.  Je kon hem dan ook uittekenen op de peuterspeelzaal want hij stond altijd aan de vensterbank een rijtje van auto’s te maken. Iedere dag weer opnieuw.
Hij zat op een peuterspeelzaal waar altijd veel activiteiten georganiseerd werden. Bij ieder thema werd een bijpassende gast uitgenodigd die een activiteit deed met de peuters. Zo ging de postbode een brief met ze posten, de pizzabakker pizza’s bakken en kwam zelfs de politie met de politieauto met zwaailichten en sirenes op schooltje.
Ik had iedere keer nadat er een gast was geweest op de speelzaal een peuter thuis die helemaal van slag was. Ik zorgde ervoor dat ik, op de dagen dat er een gast was, zelf ook aanwezig was. Mijn hart brak bij het zien wat een spanning het hem opleverde. De verandering van ritme en routine kon hij maar slecht mee om gaan. Uiteindelijk heb ik hem op dagen dat er een speciale gast kwam maar thuis gehouden, ik deed hem er immers geen plezier mee. En wat niet weet wat niet deert dacht ik dan maar.

GROTE ZORGEN

Steeds vaker kreeg ik te horen dat het op de peuterspeelzaal niet zo goed ging. Hij beet andere kindjes, samen spelen kon hij niet, groepsactiviteiten deed hij liever niet aan mee, hij werd agressief wanneer iemand zijn spel onderbrak, maar ook deed hij zichzelf vaak pijn. Dat laatste gebeurde thuis ook steeds vaker, hij trok haren uit zijn hoofd, sloeg zichzelf en bonkte met zijn hoofd tegen de muur of op de grond.

Mijn zorgen om mijn oudste zoon groeide met de dag. Ook kreeg ik signalen vanuit mijn omgeving. Mensen vroegen mij of hij misschien autisme had, of hij niet goed kon horen en of hij misschien een spraakgebrek had. Zulke vragen en opmerkingen doen pijn. Hij was nog geeneens 3 jaar! Hoe kan je dan zeggen of je kind zoiets mankeert?

We hebben hem laten onderzoeken bij het audiologisch centrum. Met zijn gehoor was niets mis maar wel had hij een forse spraak taal achterstand en daarom zijn we gestart met logopedie. Ook had hij veel absences, dan zat hij helemaal in zijn eigen wereld, staarde naar niets en dan je kon hem ook niet bereiken. Voor zijn gezicht langs zwaaien, even aanraken of een hard geluid maken, het hielp niet, hij was echt even van de wereld. “Hij is er weer even niet hoor”; zeiden we dan. Omdat ik zelf bekend ben met epilepsie, wilde ik dat dit onderzocht werd. Hij kreeg een EEG maar gelukkig was hier niets op te zien.

ONDERBUIKGEVOEL

Vlak na zijn 3e jaar is besloten om toch buisjes bij hem te laten plaatsen omdat hij wel wat vocht achter zijn trommelvliezen had. Na deze operatie is zijn taalontwikkeling in een sneltreinvaart gegaan. Binnen 6 weken zat hij op het niveau van een vierjarige en wist hij ook gelijk alle automerken op te noemen. Onze zoon had een fascinatie voor alles met wielen. Maar helaas bleef zijn gedrag wel hetzelfde, zo niet erger, en zaten ze op de peuterspeelzaal ook een beetje met hun handen in het haar.
Ik had goed contact met de arts van het consultatiebureau. De arts durfde haar handen in het vuur te steken dat onze zoon geen autisme had, hij keek haar immers gewoon in haar ogen aan. Zelf had ik een onderbuikgevoel en wilde doorverwezen worden naar de Opvoedpoli. Zo is het balletje gaan rollen en is er een observatietraject gestart.

TOEN HET DE NAAM AUTISME KREEG

Uiteindelijk hebben wij hem nog voor zijn 4e verjaardag van de peuterspeelzaal afgehaald en is hij naar een behandelgroep gegaan. Een groep waar veel meer structuur en regelmaat was en waar hij veel beter op zijn plek zat. Alle vermoedens richting autisme waren er maar hij was te jong om te diagnosticeren. Voor mij maakte dat niet zo veel uit, hij was mijn lieve zoon, met of zonder diagnose. Maar omdat hij vanuit de behandelgroep stapsgewijs doorstroomde naar de kleuterklas van het Speciaal Onderwijs, stelde de gemeente en de school een soort voorwaarde dat hij een psychiatrisch onderzoek kreeg. Ze moeten immers wel weten uit welk potje de plaatsing betaald moet worden.

En zo zaten wij daar dan in die kamer… mijn zoon heeft autisme.
En dat is best verdrietig.

Eén antwoord op “Uw zoon heeft autisme”

Geef een reactie

Het e-mailadres wordt niet gepubliceerd. Vereiste velden zijn gemarkeerd met *